Ontbinden
Versie 28-04-2024 11:20

Los elke vergelijking op. (Geef beide oplossingen als er twee zijn.)
Schrijf je eindantwoord zo eenvoudig mogelijk in het vak aan de rechterkant.
De andere ruimte kun je gebruiken voor eventuele tussenstappen.

1
\(\frac{1}{2}\left(3-x\right)=-8x+\frac{8}{3}\)
2
\(36=\left(a-2\right)^{2}\)
3
\(x^{2}-9x+20=0\)
4
\(x^{2}+4x-21=0\)
5
\(21z^{2}-18z=0\)
6
\(x^{2}-13x+32=-5\left(x-4\right)\)
7
\(-75+3t^{2}=0\)
8
\(x^{2}+\frac{22}{3}x+\frac{35}{3}=0\)
9
\(-2\left(7-x\right)\left(x+7\right)=-26\)
10
\(\left(3a-4\right)\left(8a+3\right)=0\)
Antwoorden
1
\(x=\frac{7}{45}\)
2
\(a=8\) of \(a=-4\)
3
\(x=5\) of \(x=4\)
4
\(x=3\) of \(x=-7\)
5
\(z=0\) of \(z=\frac{6}{7}\)
6
\(x=2\) of \(x=6\)
7
\(t=5\) of \(t=-5\)
8
\(x=-\frac{7}{3}\) of \(x=-5\)
9
\(x=6\) of \(x=-6\)
10
\(a=-\frac{3}{8}\) of \(a=\frac{4}{3}\)