Rechte lijnen
Versie 27-04-2024 22:40

Bereken telkens de exacte waarde of stel de goede vergelijking op.
Schrijf je eindantwoord zo eenvoudig mogelijk in het vak aan de rechterkant.
De andere ruimte kun je gebruiken voor eventuele tussenstappen.

1
Lijn \(k\) heeft de vergelijking \(y=2x+0\)
Lijn \(l\) heeft de vergelijking \(y=-3x+4\)
Bereken het snijpunt van lijn \(k\) met lijn \(l\).
2
Stel de vergelijking op van een lijn die door het punt \((-5,-1)\) gaat en evenwijdig loopt aan de \(y\)-as.
3
Lijn \(k\) heeft de vergelijking \(y=\!\frac{4}{5}x+2\!\frac{1}{5}\)
Lijn \(l\) heeft de vergelijking \(y=1\!\frac{2}{5}x+1\!\frac{3}{5}\)
Bereken het snijpunt van lijn \(k\) met lijn \(l\).
4
Lijn \(k\) heeft de vergelijking \(4x+5y=-4\)
Lijn \(l\) heeft de vergelijking \(7x+10y=-2\)
Bereken het snijpunt van lijn \(k\) met lijn \(l\).
5
Stel een vergelijking op in de vorm \(y=ax+b\) van een rechte lijn die door de punten \((2,-6)\) en \((-1,4)\) gaat.
6
Lijn \(k\) heeft de vergelijking \(y=-13x+3\)
Bereken het snijpunt van lijn \(k\) met de \(x\)-as.
7
Stel de vergelijking op van een lijn die door het punt \((-1,-3)\) gaat en evenwijdig loopt aan de \(x\)-as.
8
Lijn \(m\) heeft de vergelijking \(11x+12y=9\)
Bereken het snijpunt van lijn \(m\) met de \(y\)-as.
9
Stel de vergelijking op van een lijn die door het punt \((-6,-1)\) gaat met richtingscoëfficiënt \(\frac{3}{7}\).
10
Stel een vergelijking op in de vorm \(y=ax+b\) van een rechte lijn die door de punten \((0,1)\) en \((3,10)\) gaat.
Antwoorden
1
\(\left(\frac{4}{5},\frac{8}{5}\right)\)
2
\(x=-5\)
3
\(\left(1,3\right)\)
4
\(\left(-6,4\right)\)
5
\(y=-\frac{10}{3}x+\frac{2}{3}\)
6
\(\left(\frac{3}{13},0\right)\)
7
\(y=-3\)
8
\(\left(0,\frac{3}{4}\right)\)
9
\(y=\frac{3}{7}x+\frac{11}{7}\)
10
\(y=3x+1\)